Pagina's

1 maart 2012

Homo Recalcitrantus

In de moderne tijd waarin iedereen over alles altijd en overal een ongenuanceerde mening moet hebben, het individualisme hoogtij viert en de ego’s alsmaar groter worden viert de evolutie van een nieuw species hoogtij:

Het is de homo recalcitrantus.

Hij gedijt het beste in een kantoorhabitat met weinig frisse wind, waar de muffigheid voor een gewone medewerker adembenemend kan zijn. Hij (in de meeste gevallen toch een hij) heeft spitse en scherpe oortjes, een dito tong en een olifantengeheugen over wat hem allemaal in het verleden is aangedaan, respectievelijk wat er allemaal is misgegaan.

Hij weet het altijd beter, is niet bereid tot enige concessie en zegt dat ‘ze’ er niks van begrijpen. ‘Ze’ is in dit geval al die andere idioten die wel lol hebben in hun werk. En ‘hun’ begrijpen het al helemaal niet. En dat zijn de idioten van het management team. En vroeger was sowieso alles beter.

Vervolgens is de homo recalcitrantus onder te verdelen in een tweetal soorten:

Ten eerste de homo recalcitrantus vocalissimus. Op hoge toon neemt hij het woord in elke bijeenkomst. Naast een scherpe tong beschikt deze species over een bijzonder grote mond die pertinent niet gehouden kan worden. Hij etaleert ongevraagd zijn mening altijd en overal en lijkt daarmee nog het meest op een columnist, maar dat even terzijde. Alhoewel dit soort op het eerste gezicht onaangenaam lijkt is het toch nog relatief gemakkelijk te bestrijden. Het heeft namelijk weinig schutkleur. Daardoor kan er gemakkelijk op hem worden gejaagd en is hij een relatief gemakkelijk prooi voor zijn meerderen.

De tweede soort is moeilijker te spotten: de homo recalcitrantus geniepicus. Op het eerste gezicht lijkt hij op een gewone medewerker. Zijn gevoel van miskenning en mislukking zorgt er echter voor dat hij vertraagt, ophoudt en tegenwerkt. Zijn strategie is niet die van het  luidruchtige geschreeuw maar van het stille getreiter. Ook hij heeft een grote mond, maar niet in het openbaar. Meestal geeft hij zijn mening op fluistertoon, schichtig om zich heen kijkend. De geoefende manager kan dit species gemakkelijk aan zijn afhangende mondhoeken identificeren.

Elke doorgewinterde manager weet: dit tweede soort is veel gevaarlijker dan het eerste. Ten eerste lijkt het op het eerste gezicht niet lastig en wordt derhalve gemakkelijk edoch structureel onderschat. Ten tweede kan dit soort complexe strategieën bedenken om het ultieme doel te bereiken: complete kantooranarchie.

Gevaarlijk wordt het indien deze twee soorten beginnen in kuddes te opereren, met name bij de aanstelling van nieuw management of leiding. Dan wordt dit soort strategisch gekonkel tot ongekende hoogtes verfijnd.

Wat doet de goedgeaarde en psychologisch verantwoorde manager indien hij een van deze twee soorten in zijn team ontdekt:
Hij gaat praten, praten praten, hij gaat loven, hij gaat straffen, hij zet de dwarsligger publiekelijk op een naughty chair. Vervolgens denkt hij dat de dwarsligger het wel begrepen heeft.
De sukkel.

DAT is namelijk het leuke aan de homo recalcitrantus, ze zijn zo voorspelbaar en redelijk constant in hun gedragingen. Ik durf met zekerheid te stellen: ze zijn onuitroeibaar, er is altijd wel eentje te vinden en eens een homo recalcitrantus, altijd een homo recalcitrantus.

Welnu, wat kun je heel goed doen met een dwarsligger? Waar is de dwarsligger voor bedoeld? Waar is hij goed in? Beantwoord nu de  vraag: Waarom is hij op deze wereld?

Lijkt mij heel eenvoudig: om er lekker overheen te walsen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten